Om bij het begin te beginnen Frieke, wat is vitamine A ook weer? Frieke: “Vitamine A is een van de belangrijkste vitamines voor de huid en een echte alleskunner. Vitamine A kan in verschillende afgeleide vormen voorkomen zoals retinol – dit is de meest voorkomende vorm in producten – retinaldehyde en retinoïnezuur. Naast deze vormen zijn er ook nog tal van andere derivaten(1). Wat belangrijk is om te weten, is dat ons eigen lichaam niet zelf retinol kan aanmaken, dat moet je van buitenaf aanleveren. In dit geval dus met producten die retinol bevatten of voeding die rijk is aan vitamine A.
Hoe zit dat precies met die verschillende vormen? Frieke: “Retinoïnezuur is de krachtigste variant, maar omdat het als medicijn geregistreerd staat, mag het alleen door huisartsen en dermatologen worden voorgeschreven. Je moet de verschillende retinoïdevormen eigenlijk zien als een soort schakeltjes, waarbij de een wat effectiever is dan de andere. Dat heeft er vooral mee te maken hoe vaak ze moeten veranderen tot retinoïnezuur – alleen deze variant kan namelijk door de huid worden opgenomen. Dit omzettingsproces is erg ingewikkeld. Daarbij spelen de keratinocyten een grote rol: deze zetten de indirecte vormen van vitamine A – retinol, retinaldehyde en retinylesters – om in het effectieve retinoïnezuur. Stel het je voor als een stapeltoren: retinylesters worden omgezet in retinol, retinol wordt omgezet in retinaldehyde en retinaldehyde wordt omgezet in retinoïnezuur. Bij retinaldehyde hoef je dus maar één blokje van de toren te halen = 1 keer omzetten, voor retinol twee blokjes = 2 keer omzetten (eerst in retinaldehyde en daarna retinoïnezuur) en bij retinylesters haal je er drie blokjes af. De vormen die onderaan staan, zijn minder effectief. Je hebt dus een hogere concentratie retinol, retinaldehyde of retinylesters nodig om hetzelfde effect als retinoïnezuur te krijgen. Deze vormen geven echter wel minder bijwerkingen als irritatie, roodheid en schilfering dan retinoïnezuur. Krachtiger is dus niet per se altijd beter. Gelukkig zijn er manieren om de kracht van de retinoïdevormen te behouden én de bijwerkingen te minimaliseren, door bijvoorbeeld inkapseling en andere afleversystemen.”